Rolandingridshaya.reismee.nl

Op weg naar het Tobameer en het eiland Samosir

Sipirok - Samosir

Het regent flink op het moment dat we wakker worden. Douchen is er vandaag niet echt bij, want we hebben alleen koud bruin water. Het ontbijt is simpel maar wel lekker, met wat toast en een omelet. Vandaag voert onze rit door het gebied van de Batak bevolking. Op 1 stroming na zijn de Batak allemaal christenen. Dat is ook direct te zien in de dorpjes, waar meerdere kerken te vinden zijn. De dorpjes zijn hier ook al iets welvarender. De Bataks hebben echter ook eigenaardige gewoontes. Dit zijn echt alleseters. Als er bij een restaurantje de code B1 vermeld wordt gaat dit niet om de vitamines, maar staat dit synoniem voor het feit dat ze hondenvlees serveren. Met een hele grote boog omheen lopen dus en alle honden die we zien daar uit de buurt houden. B2 staat voor varkensvlees, maar ook vleermuizen- en apenvlees wordt hier gewoon gegeten.

Onderweg stoppen we regelmatig om even bij te komen van de hobbelige en modderige wegen. Onze chauffeur Judi spreekt zelfs van een zwembad als we een diepe kuil met water moeten omzeilen, of zelfs vaker, moeten doorkruisen. De tussenstops benutten we met name om dingen te proeven. We startten met het proeven van een grote vrucht met wit vruchtvlees. De stank is echter enorm en de smaak echt verschrikkelijk vies. Deze doerian schijnt de potentie te verhogen, maar dan moet je wel erg hoge nood hebben wil je dit vrijwillig eten. Even later bezoeken we een gebied waar wierookbomen groeien en steken we ook een stukje aan. Op zich wel goed, dat verdrijft de lucht van de doerian een beetje (want dat zit nog steeds in je poriën).

De lokale kliniek wordt bezocht om een sanitaire stop te houden. We worden naar een hokje achter de kliniek gestuurd. Aan beide kanten kon je het gebouwtje binnen lopen zonder deuren, maar aan de ene kant was een vrouw zich aan het wassen en aan de andere kant stond een man halfnaakt een dier te ontleden. Niet echt een plek dus om naast te gaan zitten als vrouw. Terug dan maar naar de kliniek. Het blijkt dat ze daar toch een toilet hebben, maar geen water om weg te spoelen. Er wordt dus snel een emmer water voor ons gehaald en ons toilet is gereed. Eenmaal binnen in de kliniek zie je dat hygiene nog niet of nauwelijks bekend is in dit land. Alles is smerig, handschoenen worden meerdere keren gebruikt en alles ligt gewoon open en bloot. De wachtkamer is gewoon buiten voor het gebouwtje waar vier aaneengeschakelde stoelen staan. In deze klinieken vinden ook de bevallingen plaats. Een natuurlijke wijze van geboortebeperking zo lijkt het.

We vervolgen onze weg naar de kalkterrassen van Sipoholon met haar heetwaterbronnen. Het uitzicht is letterlijk oogverblindend. Zowel qua schoonheid, als door de zon die op de hagelwitte kalksteen schijnt. De zwavellucht laat ons echter snel doorlopen naar andere delen, waar de rotte eieren lucht gelukkig iets beter te verdragen is. Het water is zo heet dat het bijna kookt en regelmatig omhoog spuit. Een machtig mooi natuurspektakel. We mogen hier nog op de terrassen lopen, daar waar dit in Pamukkale (Turkije) al tijden niet meer mag. Even later bezoeken we nog een pindabranderij (opgestookt houtvuur met daarboven een grote pan met pinda's en zand, die regelmatig omgeschept moet worden). Zwaar werk in een verzengende hitte. We zijn dan ook blij dat we even later op een ananasplantage komen, waar we heerlijk kunnen genieten van een verse en frisse ananas. Ook de lokale politie stopt even voor een stuk ananas, maar zij eten het met zout....

In Balige stoppen we nog een laatste maaL, voordat we bij het Tobameer aankomen. Dit keer om een lokale markt te bezoeken met een kleurexplosie van groenten, kruiden en specerijen. We kopen daar nog een soort bananen- en casave-oliebollen. Erg lekker moet ik zeggen. Hier doen ze de bruine suiker al in het deeg, daar waar wij in Nederland achteraf de poedersuiker erover gooien.

In Parapat, gelegen aan het Tobameer (ook dit is weer een groot kratermeer), nemen we de passagiersboot in plaats van de ferryboot, omdat daar een enorme file schijnt te staan. We nemen onze koffers mee aan boord en onze chauffeur zullen we waarschijnlijk pas weer laat in de avond zien. Aan boord een tweetal Fransen, een Antwerpse, een stel uit Mechelen en nog menig backpacker. Je merkt dat dit een echt toeristeneiland is. Met de boot worden we tot aan ons hotel gebracht. DIt hotel is een hemelsbreed verschil met alle vorige hotels, maar hoe kan het ook bijna anders. Dit hotel wordt geleid door een Duitse. De schitterende cottages hebben uitzicht op het meer, de tuin en het zwembad. We hebben zelfs een bad waar direct dankbaar gebruik van wordt gemaakt, een prive zitje buiten met hangmat en heel veel ruimte in de kamer, die geheel gemeubileerd is met bamboe meubelen. De buitenkant van het huisje is schitterend gedecoreerd met houtsnijwerk. Heerlijk relaxen dus na een lange rit.

Reacties

Reacties

F.Michiels

Heb indertijd ook kennis gemaakt met doerian. Wilde het wel proeven maar had daarvoor een hele vrucht moeten kopen. Niet gedaan dus en achteraf blij toe. Geniet desondanks maar verder,

J&W

We ruiken de geuren, zien de kuilen in het wegdek en hobbelen mee... een verfrissende afwisseling van het leventje thuis blijkt wel. Geniet!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Hamba