Rolandingridshaya.reismee.nl

De magie van Angkor Wat

Vandaag wordt de dag dat we de Angkor tempels gaan bezoeken. Om 8 uur vertrekken we per fiets uit de stad. We zigzaggen tussen de scooters, tuk-tuks en auto’s. Het is wonderbaarlijk hoe soepel dit allemaal tussen elkaar doorstroomt. Ondertussen steken er tussendoor ook honden, kippen en buffels de weg over. We rijden het eerste stuk langs de rivier. Een duidelijk rijkere buurt met Franse lantaarntjes aan weerszijden van de weg. We rijden weer zo’n 5 km tot het eerste checkpoint, waar we onze tickets kopen. Een gepersonaliseerde kaart met je foto erop, die je op enkele plekken later weer moet tonen. Toegangsprijs is $ 37 voor een dagkaart. Met zo’n 4 miljoen bezoekers per jaar tikt dat aardig aan. We hebben beiden een lange wijde broek meegenomen die makkelijk over onze fietskleding aangetrokken kan worden als we vandaag de tempels van Angkor gaan bezoeken. Na nog eens 5 km fietsen hebben we het 2e checkpoint en direct daarna gaan we van de drukke gebaande paden af. Ik begrijp nu waarom we een helm en mountainbike nodig hebben. Via een off trail route rijden we dwars door de jungle. De paadjes zijn niet breder dan een centimeter of 40 en voert ons over boomstronken, door modderpoelen, onder bossages, door spinnenwebben, maar vooral langs de mooiste ongerepte natuur. Kronkelend  langs de lianen en over de boomwortels banen we ons een weg door de jungle. De hele route komen we geen mens tegen. 

Onze eerste bestemming is de tempel Ta Prohm. Deze tempel ligt diep in het junglegebied en is grotendeels overwoekerd door struiken en bomen, waarbij de wortels zich als tentakels om de gebouwen hebben gekronkeld. Een magnifiek en tevens mystiek schouwspel. Deze tempel werd in de 12e eeuw gebouwd ter ere van de moeder van de grote leider en fungeerde als Boeddhistisch klooster. De tempel werd op grondniveau gebouwd binnen een immense ommuring, met daarbinnen tevens een grote stad. Er omheen lagen meer dan 3000 dorpen, waarvan de 80.000 inwoners het klooster moesten onderhouden. Het is een plek om urenlang rond te dwalen en van de ene verbazing in de andere te vallen.

De lange broeken gaan weer uit en we vervolgen onze route naar Angkor Thom. Wederom nemen we de kleine bospaadjes, slingeren ons een weg door de jungle en proberen overeind te blijven in de modder partijen. Onze gids gaat wel onderuit, omdat hij zijn fietsschoenen niet snel genoeg kon losklikken, dus die ging met fiets en al zo opzij onderuit.

Tussendoor passeren we ook nog wat kleinere tempels, Ta Keo, Chao Say Tevoda en Tommanon alvorens we compleet onder de blubber Angkor Thom bereiken. We komen het complex binnen langs de noordpoort. Het complex van 10 km2 is volledig ommuurd door een 8 meter hoge vestingmuur, met daaromheen water. In het verleden zwommen hier krokodillen in om de vijand op afstand te houden. De stad was alleen toegankelijk via vijf dammen en poorten, 1 voor elke windstreek en 1 direct naar het koninklijk paleis.

Angkor Thom kent in totaal 54 torens en elke toren heeft een aantal gezichten erin gemarkeerd. Dit zijn allemaal lachende gezichten, een teken van het Boeddhisme. Er zijn redelijk wat Chinezen die telkens voor elke toren een selfie willen nemen, dus nemen we een wat rustiger route, zodat we toch schitterende foto’s van de tempel kunnen maken. 

Via de Zuidpoort verlaten we het terrein weer en leggen het laatste stukje af naar Angkor Wat. In de verte doemt het complex al op. Er staan uiteraard vele bussen met toeristen, maar wij kunnen tot voor de brug doorrijden met onze fietsen. Voordat we de tempel gaan verkennen zorgen we eerst voor de inwendige mens. Onze lunch is weer super verzorgd.  De lange broeken gaan weer aan en we zijn helemaal klaar voor de laatste tempel, 

Het immense complex is geheel gebouwd uit lavasteen en kalksteen met schitterend beeldhouwwerk. Waar het in het begin een Hindoetempel was, werd het later een Boeddhistische tempel. De Hindoeïstische tekeningen en beeldhouwwerk zijn hier, in tegenstelling tot Angkor Thom, bewaard gebleven. Er zijn echter Boeddhistische beelden aan toegevoegd. De tempel weerspiegelt mooi in de ervoor gelegen vijver en de lucht wordt steeds blauwer. Monniken bezoeken de tempel en zorgen voor mooie plaatjes in contrast met de grijze torens. We beklimmen de vijf niveaus tellende pyramide. De trappen doen heel erg denken aan het Incarijk in Zuid-Amerika. Slechts een beperkt aantal mensen mag tegelijkertijd naar boven en de “Bakong” bezichtigen, waardoor het een heel ongedwongen en rustige sfeer ademt. 

Voldaan stappen we weer op de fiets om de laatste 10 km terug te fietsen naar ons hotel en de modder van ons af te spoelen.

Hoe een boottocht toch nog spannend kan zijn

Vandaag wordt het een ontspannen dag. Om 7 uur vertrek, in het busje, om direct naar de boot te gaan. De boot vertrekt om 7.30 uur, maar blijkt een stuk verderop te vertrekken dan gepland. Dit komt door de hoge waterstand, waardoor de boot niet onder de brug bij Battambang door komt. We varen van Battambang over de Sanker rivier naar het Tonle Sap meer om uiteindelijk uit te komen bij Siem Reap, de stad nabij Angkor Wat. De tocht zal een dikke 6 uur in beslag nemen. We zitten met een 25 tal mensen aan boord van verschillend pluimage. We zitten aan weerszijden van de boot met de gezichten naar elkaar toe op zweterige plastic kussens en hebben slechts een dak boven ons hoofd. De zijkanten zijn helemaal open, waardoor we goed van het uitzicht kunnen genieten. Achterop het dek ligt allerlei voorraad die onderweg afgeleverd moet worden. Een opa wordt door z’n kleinzoon vergezeld en een jongetje van een jaar of 6 reist geheel zelfstandig naar huis. Verder 2 Spanjaarden, een Nederlands gezin uit Loenen, wat Fransen en Amerikanen en uiteraard nog wat lokale mensen.

De tocht voert ons langs ondergelopen rijstvelden, kleine dorpjes verschijnen her en der langs de route en vissers proberen nog wat binnen te halen. Er zijn redelijk wat krokodillenfarms, die daar gehouden worden voor het vlees en de huid. De huizen drijven op bamboe op het water, evenals de kerken en scholen die we onderweg tegenkomen. De rivier is de enige manier om hier naar toe te kunnen. De rivier wordt nu smaller en we nemen een zijtak die korter is. Deze route is gelijk ook een stuk avontuurlijker, want het water is daar erg ondiep en we gaan midden door waterplanten en bossages. Op een gegeven moment worden alle gordijnen naar beneden gelaten, waardoor we elk uitzicht kwijt zijn en het direct erg benauwd wordt. Al snel blijkt waarom we dit doen. Aan de zijkanten zijn allemaal struiken met lange takken waar we dwars doorheen varen. De takken zwiepen zo naar binnen als we het gordijn omhoog doen. Een erg smalle en ondiepe doortocht, waarbij we af en toe ook nog een tegenligger tegenkomen. Regelmatig moeten we stoppen om alle planten uit de schoepen te halen. De gordijnen kunnen af en toe weer omhoog, zodat we weer wat van de omgeving meekrijgen. In de middle of nowhere staat weer een schitterende tempel. Een tempel echter die ook weer midden in een Killing Field staat. De Boeddhisten proberen er nu meer een gezonde en vreedzame omgeving van te maken en de kwade geesten snel te doen vergeten. De Cambodjanen vertellen er niet makkelijk over, maar onze gids pakt zijn momenten wanneer we niet in openbare ruimtes zijn.

De lucht boven ons begint donker te worden, wanneer we het grote Tonle Sap meer op varen. Dit meer zorgt ervoor dat Cambodja niet volledig onder water staat in het regenseizoen. In het zomerseizoen (onze winter) is het meer 5000 km2 groot. Momenteel is dat het dubbele. Het meer zorgt bovendien voor veel zoetwatervis. De donkere wolken worden steeds dreigender en uiteindelijk barst de regen los. De gordijnen gaan weer naar beneden, maar zorgen er niet echt voor dat we droog zitten. Alle tassen op schoot, want het gangpad is inmiddels een rivier geworden. Met een klein emmertje wordt het water uit de boot geschept, maar dat komt er net zo hard weer in regenen. Nog een half uur varen in deze flinke regenbui, alvorens we van boord kunnen. Onze chauffeur staat ons al op te wachten met paraplu’s en de fietsen staan klaar, maar ..... het regent zo immens hard dat we besluiten de laatste 15 km maar per busje door te brengen naar Siem Reap.

Na een warme douche kunnen we er in de middag toch nog op uit trekken om de stad te verkennen. We rusten heerlijk uit op een terrasje en slenteren over de lokale markt. Overal om ons heen horen we andere talen. Allemaal toeristen die hier komen om Angkor Wat te bezoeken. We genieten nog even van een heerlijke smoothie en een biertje en moeten dan weer rennen om de volgende tropische regenbui te ontwijken.

Een ongeluk zonder al te veel kleerscheuren

Het belooft vandaag een lange rit te worden van 85 km. Vroeg vertrekken dus. Om half 7 ontbijten en een uurtje later op pad. We rijden vandaag van Pailin naar Battambang. De eerste 20 km belooft uitdagend te worden met veel klimmen en dalen. We beginnen het klimmen steeds beter onder de knie te krijgen en gaan in een steeds hogere versnelling omhoog. De weg is van goed asfalt en slechts af en toe hoeven we uit te wijken voor wat gaten in de weg. De temperatuur is deze morgen ook aangenaam, zo’n 28 graden. Zeker voor het klimwerk is dat beter dan 37 graden. Langzaamaan wordt het minder bewolkt en stijgt de temperatuur. Een stop na 25 km om even wat te drinken en een banaantje te nuttigen. De volgende etappe is vlakker en we zien schitterende berglandschappen op de achtergrond, het Cardamom gebergte. Daar voor zijn boeren bezig op het land en een kolonne monniken wandelt langs de weg naar de tempel. Een schitterend kleurenspel, waarvoor natuurlijk gestopt moet worden. Dat is ook het grote voordeel, dat we slechts met z’n 2-en zijn. We stoppen waar wij dat willen om alles op de gevoelige plaat vast te leggen.

Even later moeten we vanzelf stoppen, omdat een kudde koeien oversteekt en het tempelcomplex inloopt. Alle mensen zijn vandaag vrij. Niet alleen omdat het zondag is, maar omdat het vandaag verkiezingen zijn. Lang niet iedereen gaat naar de stembus, want op voorhand staat toch al vast dat “Cambodia’s People Party” gaat winnen. Er zijn wel externe controleurs om te checken of alles eerlijk verloopt, maar die komen alleen uit China, Rusland en Roemenië, omdat andere landen de wijze van verkiezingen afkeuren. De enige echte concurrent is vorige week verboden verklaard.

Onderweg worden we regelmatig aangemoedigd door de vele kleine kinderen, die uitbundig naar ons zwaaien en alle Engelse woorden die ze kennen naar ons roepen: hello en bye bye. De bevolking is hier ofwel heel oud, ofwel heel jong. De generatie van 40-60 jarigen is hier zo goed als uitgestorven door de oorlogen, bombardementen van de Amerikanen op de Vietcong in de grensstreek van Cambodja vermoordde 25 % van de bevolking, de oorlog met Vietnam en de Rode Khmer leverde vele doden en gewonden op en ook hedendaags zie je nog de gevolgen.

We stoppen bij ons tweede rustpunt. Mannen zitten een spelletje te spelen dat iets weg heeft van een combinatie tussen schaken en dammen. Aan de overkant van de weg wordt vlees aan de haak gewoon op straat in een kraampje verkocht. Ondertussen zoekt onze gids de rest van de route uit. We gaan van de asfaltweg af en nemen de dirt-road. Een weg van 8 km lengte, schitterend langs kleine dorpjes en landerijen. Enige nadeel is dat we van links naar rechts heen en weer slingeren om het beste stukje weg te vinden. Onze billen krijgen een gratis massage. Het is continu opletten dat je niet gelanceerd wordt, of wegslipt over de rotsige en puntige ondergrond. Een noodstop wordt gemaakt, omdat Roland een complete struik in z’n achterwiel meeneemt. Nog 6 km te gaan over deze weg.

Het blijft continu opletten en heel actief fietsen. Het is goed dat onze banden zo dik zijn. Vlak voor het eind van deze weg gaat het dan toch bijna mis. Door de inspanning zijn we flink bezweet en opeens slipt mijn linkerhand over het stuur weg en tik ik die waarschijnlijk aan, waardoor mijn stuur een kwartslag naar rechts maakt en ik over het stuur rechts in de bosjes beland. Gelukkig kom ik er zonder al te veel kleerscheuren vanaf. Een paar schrammen op m’n benen en flink jodium erop. Ik krijg gelijk goede verzorging en mag de reserve fietshandschoentjes van onze gids gebruiken, zodat ik niet meer kan wegglijden met m’n handen.

We komen weer bij een asfaltweg en kunnen de billen even wat rust gunnen. Op 78 km gaan we lunchen en even later in de bamboo-train. Helaas is het heel erg druk door de nationale vrije dag en moeten we meer dan een half uur wachten. De bamboo-train heeft een historische betekenis voor de regio Battambang. Deze trein in Phnom Sampov deed vroeger dienst om rijst van de hoger gelegen velden naar de stad te transporteren. Een trein zoals je die in oude films zag met een hendel die op en neer bewogen moest worden. De Rode Khmer had deze treinverbinding echter opgeblazen en met lokaal geld werd opnieuw een verbinding aangelegd. Thans is het een toeristische attractie.

We bevinden ons midden in 1 van de meer dan 200 Killing Fields waar Pol Pot meer dan 4 miljoen mensen de dood in heeft gejaagd. Ook de huidige bevolking ondervindt hier nog last van. Bij het restaurant zagen we een jongetje van een jaar of 5–6 met nog slechts een stompje voet aan z’n ene been en een boomstronk als been aan de andere kant. Dit alles ten gevolge van de mijnen die er nog in dit gebied liggen. Er wordt wel hard gewerkt om deze allemaal onschadelijk te maken, maar dat zal nog wel jaren duren.

We fietsen weer door naar onze eindbestemming Battambang. Nog zo’n 23 km, waardoor we op een totaal van 101 km uitkomen. We zijn best een beetje trots op ons zelf. De route is nat, het heeft geregend en uit tegenovergestelde richting zien we scootertjes met daarop mensen in van die blauwe doorzichtige regenponcho’s. Het gaat behoorlijk te keer met de donder, maar het onweer is toch nog redelijk veraf. De weg wordt modderig en hele delen van de weg zijn overstroomd door de regenval, maar ........ terwijl wij fietsen blijft het zowaar droog (met uitzondering van de druppels die van de bomen vallen en de spetterende fietsbanden). Eenmaal in Battambang aangekomen ademt het direct de oud Franse koloniale tijd. Vele oude gebouwen en veel houtsnijwerk. Battambang is tegenwoordig na Phnom Penh de grootste stad, maar door deze oude koloniale sfeer straalt de stad rust uit en lijkt het meer op een dorp. We verblijven in hotel Classy, eveneens met een mooi koloniale uitstraling en sfeer. Ondanks de bewolking kunnen we nog even uitrusten op een grote loungebank nabij het zwembad en met een goed gevoel de fietsdag afsluiten.

Corruptie aan de grens

Alweer de laatste dag in Thailand. Tom, onze fietsgids met kuiten zo groot als een voetbal en dijbenen waar die van Roland en mij samen in passen, zal ons vandaag nog 40 km begeleiden. De route is langer dan gepland, maar daardoor wel mooier. We nemen kleine landweggetjes in plaats van de “highway” die vandaag erg druk zal zijn. De route brengt ons langs kleine dorpjes en we gaan flink en lang gestaag omhoog. Ons klimtempo is al aanzienlijk gestegen en we buffelen aardig door. Binnen no time krijgen we dan ook te horen dat het nog slechts 3 km fietsen is. Helaas begint het dan ineens te stortregenen en totaal doorweekt bereiken we ons busje. Na de fietsen ingeladen te hebben rijden we naar een parkeerplaats, waar we in de toiletten ons kunnen omkleden. Een droog shirt om vanmiddag in Cambodja verder te kunnen fietsen is toch wel prettig. Met het busje rijden we het laatste stukje naar de grens met Cambodja,

Voordat we het plaatsje Prum kunnen betreden moeten we ons eerst afmelden in Thailand. Lopend vervolgen we onze weg naar de douane aan Cambodjaanse zijde, waar we onze nieuwe gids Huy ontmoeten. Aan het ene loket moeten we een formulier invullen om onze visa te krijgen twv $ 35 (terwijl er naast ons een Thai staat die gewoon wat geld in z’n paspoort stopt, hetgeen in het borstzakjje van de douanebeambte verdwijnt). Bij het volgende loket moeten we weer een vergelijkbaar formulier invullen om uiteindelijk het land in te mogen met het zojuist verkregen visumnummer.

Na alle plichtplegingen is het tijd om onze nieuwe fietsen uit te proberen, want de andere moesten in Thailand achterblijven. We fietsen maar liefst 1,5 km tot aan het restaurant waar we onze lunch genieten. Huy vertelt ons wat de plannen zijn en laat ons de keuze welke route we willen nemen, 20 km over een asfaltweg, of 15 km over een dirt-road. We kiezen voor de laatste, omdat deze mooier is, langs dorpjes en landerijen. Het is al gelijk een stuk glooiender dan in Thailand en we moeten continue zigzaggen tussen de diepe kuilen, die vol met water staan. Het is inmiddels wel weer droog geworden.

We fietsen door de provincie Pailin, een van de meest afgelegen streken van Cambodja. De provincie speelde in het verleden een bijzondere rol in de Khmer geschiedenis, omdat de grote leider van de Rode Khmer afkomstig was uit Pailin. In recenter tijden was het een enclave van de Rode Khmer. Met name de robijn en saffiermijnen zorgden ervoor dat er veel geld beschikbaar was voor hun militaire operaties,

De route kronkelt op en af door het glooiende landschap, we zien grote maisvelden, korenvelden, mangobomen, cassave planten, zwarte peperbomen, maar ook vele tropische fruitbomen. Onderweg zoeken de landwerkers verkoeling onder een dakje en zwaaien kinderen uitbundig als ze ons zien aankomen. Het allerlaatste stukje gaat naar beneden, waar we in een jungle gebied terecht komen. Daartussen staat ons hotel. Een gemeenschappelijke overdekte open ruimte met een aantal bungalows. Vanuit ons huisje hebben we slechts groen om ons heen. Werkelijk een schitterende plek.

We gebruiken de rest van de middag om onze spullen weer uit te wassen en een heerlijke duik in het zwembad te nemen. Om half 5 worden we al weer opgehaald door onze gids om naar het plaatsje Pailin te gaan, allereerst om weer een simkaart aan te schaffen. Voor een week 2 dollar en onbeperkt internet. De prijzen zijn hier echt aanmerkelijk lager dan in Thailand. We vervolgen onze tocht en we krijgen een rondleiding door de stad, bezichtigen de tempel en worden door een jonge monnik mee op de foto gevraagd. Hij is 3 maanden geleden begonnen met Engels leren en wil dit nu graag met ons oefenen. We worden bij de lokale stalletjes getrakteerd op lokale specialiteiten en zitten op straat te eten met de lokale bevolking. Eigenlijk alleen voor het lekkere, want we moeten nog gaan eten. Eenmaal in het restaurant, alles buiten en open, worden we bijgepraat over de routes en afstanden van komende weken. Morgen een route van 85 km, waardoor we extra vroeg zullen vertrekken.

Feestende mensen bij offerritueel

Vertrek om 8 uur, maar deze keer direct fietsen. We rijden van Rayong naar Chantaburi in Thailand. Vroeg fietsen scheelt wel behoorlijk met deze temperaturen. De tocht is 60 km lang. We merken al snel, dat het vandaag meer op en neer gaat. Lange stukken heel gestaag klimmen. We nemen wat meer de binnenweggetjes, soms met wat flinke gaten in de weg en ook dirtroad, maar de afwisseling is wel fijn. We rijden langs tempels, door rubberplantages, langs rijstvelden en fruitplantages, passeren wat schooltjes en moeten her en der honden en kippen ontwijken. We rijden continu aan de linkerkant van de weg, zoals dat in Thailand gebruikelijk is.

Vele mensen lopen ook vandaag weer in het geel, de kleur van de koning. Onderweg moeten we zelfs afstappen, omdat er een hele kolonne met politie escorte voorbij komt. Het blijkt een lid van het koninklijk huis te zijn die voorbij komt.

Even eerder op de dag worden we verrast door een muzikaal ensemble achterop een pick-up. Daarachter auto’s met feestende mensen, die precies stoppen bij de tempel waar wij onze rustpauze hadden ingelast. Het blijkt een offerritueel te zijn voor de monniken. We mogen aansluiten, maar besluiten na het nuttigen van wat banaantjes weer door te fietsen.

Met nog slechts 2 km voor de boeg stoppen we bij een reservoir waar kreeft, garnalen, zeebaars en haaien worden gecultiveerd om weer uit te zetten in zee. Een schitterend gebied in een baai vlak bij Chantaburi. De laatste kilometers worden afgelegd, waarna we heerlijk kunnen uitrusten met een geweldige lunch (heerlijke gebakken garnalen met fried rice). Tot slot worden we het laatste uur met de bus naar ons hotel gebracht. Ook hier weer een mooi zwembad en lekker terras bij onze kamer.

Lege hotels aan het strand

Na een goed ontbijt ontmoeten we om 7.30 uur onze gids in de lobby. We blijken dus dagelijks de beschikking te hebben over een gids die meefietst en de route weet en een chauffeur die met een busje achter ons rijdt met onze bagage. We rijden eerst met het busje Bangkok uit alvorens we op onze fietsen stappen. We stoppen bij een tempel alwaar de fietsen uitgeladen worden.

Stoere mountainbikes met banden van wel 8 cm breedte. In de bus nog twee extra frames en 4 wielen. Mochten we pech hebben, dan is dat snel vervangen. Maar met die dikte van banden kan ik me nauwelijks voorstellen dat we lek rijden.

De eerste dag staat er een ritje van 48 km op het programma. Een rustige start dus, alhoewel de hitte en vooral de luchtvochtigheid het zeker niet makkelijk maken. In combinatie met de vermoeidheid van de vlucht is het mooi om mee te beginnen. De route voert ons eerst door industriegebied en later langs de kust naar het zuiden, richting Rayong. Het verbaast ons dat er zelfs fietsstroken zijn langs de weg. De weg is redelijk vlak en af en toe wat vals plat.

De lunch brengen we door bij een lokaal strandtentje en de ingekochte ananas en watermeloen wordt met veel smaak verorberd. Het is heerlijk om even een zeewindje te voelen, dan lijkt het in ieder geval iets koeler dan 37 graden. Na de lunch is het nog slechts een uurtje fietsen en zit het er al weer op. Douchen, kleding uitspoelen en lekker uitrusten op het terras met een welverdiend drankje en later langs het zwembad.

De avond brengen we weer door in een lokaal strandtentje, waar de garnalen, kreeften en zeebaarzen nog vers in het bassin liggen. Een echt familiebedrijf, waar oma de scepter zwaait vanaf haar stoeltje. Het is overigens het enige tentje waar het druk is. Alle hotels zijn ook leeg, omdat het laagseizoen is. Slechts dit weekend zullen de Thai massaal uitrukken naar het strand om de verjaardag van de koning te vieren. Iedereen is al gekleed in het geel, de lievelingskleur van de koning.

Zwarte tanden

Om 5 uur Nederlandse tijd worden we al weer wakker gemaakt voor het ontbijt. We zitten in het vliegtuig op weg naar Bangkok, waar het 5 uur later is, dus 10 uur lokale tijd. Nog een kleine 2,5 uur en we landen in Bangkok. Een wandeling van ruim 20 minuten brengt ons na de immigratie en douane bij de bagageband, waar de tassen al klaarliggen.

Eerst nog even pinnen en een aantal medereizigers gedag zeggen en nu op zoek naar onze shuttlebus. Ook deze is snel gevonden en een ritje van 40 minuten brengt ons midden in de stad.

Bij het inchecken kom ik er echter achter dat ik m’n bankpas niet meer heb. Enige wat mogelijk is, is dat ik deze niet uit de geldautomaat heb gehaald. Snel WiFi code opvragen dus om m’n pas te blokkeren. Gelukkig was er niets verder van afgeschreven.

De rest van de dag hebben we nog een beetje rondgeslenterd, maar vooral geacclimatiseerd. De warmte en vermoeidheid zorgen ervoor dat we ons niet helemaal topfit voelen, dus de eerste avond maar even bij een Italiaans restaurant gaan eten. Dat was helaas geen succes. Mijn salade met zalm en avocado (die overigens ver te zoeken was) dreef in de olijfolie en Roland kreeg spaghetti Nero. Dit bleek echt letterlijk zwart te zijn van de inkt(vis). Zijn mond en tanden waren helemaal zwartgekleed. Volgens hem was het nog wel te eten, maar zo zag het er in ieder geval niet uit en de reuk liet ons ook iets anders vermoeden. Wellicht lag het ook aan ons, omdat we vermoeid waren, dus vroeg op bed om morgen aan onze eerste fietsetappe te beginnen.

Op weg naar ons fietsavontuur door Thailand, Cambodja en Vietnam

Rond het middaguur is het tijd om te vertrekken en Shaya veel succes te wensen met het verzorgen en opvoeden van onze nieuwe pup Simba. Voor ons staat een ritje van 4,5 uur voor de boeg naar Frankfurt, waar we de auto iets buiten Frankfurt kunnen parkeren en per shuttlebusje naar de luchthaven worden gebracht.

Alles verloopt voorspoedig en iets voor vijven staan we op de luchthaven, terwijl we pas om 20.40 uur vertrekken. Bij de drop-off voor de bagage kunnen we nog regelen dat we naast elkaar zitten (bij de nooduitgang). Enige voorwaarde was dat we goed Engels spraken en uiteraard hebben we dat in het Duits bevestigd.

Om de tussenliggende tijd wat te doden zijn we ‘Indiaas” gaan eten. Dat smaakte heerlijk. Daarna een relax-stoel en nog even de ogen dichtgedaan. Uiteindelijk nam het boarden weer langer tijd in beslag dan gepland, waardoor we later vertrokken. Met een lichte vertraging dan nu eindelijk op weg naar Bangkok.

In het vliegtuig hadden we enorm veel beenruimte, enige nadeel is dat je een klein inklaptafeltjje hebt en geen ruimte om je handbagage bij je te houden. Pas na enkele uren kwamen we er achter dat we ook nog een uitklapschermpje hadden voor video/film. Omdat ik een speciale voorkeur had aangegeven voor het eten, kreeg ik dit telkens als eerste, wat toch wel luxe is. Voldaan en toch wel moe gaan we de nacht in om nog een paar uurtjes slaap mee te pakken.

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Hamba